Vandaag bezoek ik een man van 90. We hebben elkaar 1,5 jaar geleden leren kennen, via anderen en sindsdien kom ik regelmatig een praatje maken. Hij was altijd een sportieve man en is in goede conditie gezien zijn leeftijd en kwalen. Helder van geest en kritisch. Als ik hem vraag hoe het met hem gaat vertelt hij dat de ouderdom hem parten speelt. Hij neemt minder initiatief en merkt dat er dan ook minder vanuit de buitenwereld naar hem komt. Er zijn lege uren, lege dagen. Als het zo stil is voelt hij zich eenzaam. En dan volgt meteen het gevoel dat het allemaal niet meer zo hoeft. Het mag wel ophouden. Hij voegt er aan toe dat hij niet iedere dag bezoek hoeft, als er maar iets is waar hij naar uit kan kijken.
Zo simpel verwoord, en zo raak. Hij geeft woorden aan de grond van mijn beroep als humanistisch raadsvrouw, als geestelijk verzorger. Dit is precies wat ik doe voor mensen, ik ben er even, en mensen kijken uit naar de volgende keer. Het is niet altijd crisisinterventie of probleemgericht handelen. Gewoon er even zijn en een keer terugkomen. Het is moeilijker om bij eenzame mensen er alleen maar te zijn, dan om te zoeken naar een oplossing. Daar moet je geestelijke weerbaarheid voor hebben. Samen uithouden van wat er is en niet interveniëren. De dankbaarheid is groot.